Het in staat stellen van kansarme kinderen en jongvolwassenen om onderwijs te volgen en het bijdragen aan hun ontwikkeling in de breedste zin van het woord door middel van financiële bijdragen voor hun schoolgeld, levensonderhoud, kleding, leermiddelen, het verbeteren van hun levensomstandigheden en al hetgeen daarmee samenhangt.
De hulpverlening maakt geen onderscheid in ras, geloof, sekse of politieke overtuiging.




In 2012 maakte C. Koppenaal, hierna te noemen Kees, een reis in Indonesië. In de plaats Berastagi, niet ver van Medan, Sumatra, werd hij getroffen door een beroerte. Een jongeman kwam hem te hulp. Door hem kwam Kees in contact met zijn gezin, toen nog vader, moeder en twee zussen. De vader heeft een heel klein stukje land dat hij met zijn vrouw en zoon bewerkt. Zelden slagen ze er in voldoende te oogsten voor hun levensonderhoud daar de naburige vulkaan door de uitstoot van as de oogst regelmatig vernietigt en als gevolg van langdurige periodes van droogte. De meisjes gaan nog wel naar school, maar dat is door de kommervolle omstandigheden niet meer vol te houden. Tot overmaat van ramp is de moeder inmiddels overleden. Kees herstelde voorspoedig. Hij zag dat in het gehucht waar de familie woont ook andere gezinnen het hoofd niet boven water kunnen houden en er geen geld is om de kinderen naar school te kunnen laten gaan. Sinds deze ontmoeting ondersteunt Kees de familie financieel en volgen de meisjes onderwijs. In 2014 kwam Kees op zijn reizen in Zuid-Amerika in de stad Cuzco, Peru, terecht. Daar trof hij op de Plaza de Armas, het centrale plein, een aantal vrouwen aan, vaak met kleine kinderen, baby’s, die probeerden zich in leven te houden met de verkoop van speldjes, sleutelhangers en andere snuisterijen aan toeristen. Deze vrouwen hebben een zwaar leven, terwijl de kinderen geen enkel perspectief hebben op een beter leven. Hoewel er leerplicht is gaan ze meestal niet naar school. Kees heeft, als peetvader (padrino) een paar van die, nog heel jonge, kinderen min of meer geadopteerd, wat neerkomt op financiële ondersteuning. Deze kinderen gaan inmiddels naar school.
De stichting is opgericht om de financiële ondersteuning uit te breiden naar meer gezinnen en alleenstaande moeders, als boven omschreven, in de eerste plaats in Berastagi en Cuzco, maar ook aan anderen die daarvoor in aanmerking komen. Er zijn meer goede doelenstichtingen voor kinderen in Indonesië werkzaam, maar deze hebben als werkterrein vrijwel uitsluitend Bali en Java.
De stichting beoogt de benodigde middelen te verkrijgen o.m. door via facebook, e-mails en dergelijke wegen een steeds verder uitbreidend bestand op te bouwen, alsmede op verjaardagen, bruiloften en andere persoonlijke en zakelijke hoogtijdagen een beroep te doen op mensen aan de stichting te doneren. Door een en ander zal de naamsbekendheid van de stichting worden vergroot. De bekende donateurs en de achterban zullen periodiek, onder meer via e-mails en op de website van de stichting, op de hoogte gehouden worden van de werkzaamheden van de stichting.
Hulpverlening vindt zoveel mogelijk plaats op basis van persoonlijk contact met de betreffende moeders, kinderen en instellingen van onderwijs.
Dhr. mr. C. Koppenaal, Voorzitter
Mevr. L. R. Bourguignon, Secretaris
Dhr. N. Albers, Penningmeester
| Financieel overzicht 2024 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Balans
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Staat van Baten en Lasten
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het is tijd om even wat bij te praten. Het laatst berichtte ik u bij mijn Noodoproep en de daarop volgende bedankbrief van 25 maart resp. 8 mei 2020. In de situatie is daarna niet veel veranderd. De nood blijft hoog. Het financieel jaaroverzicht 2020 staat inmiddels op deze website. Het resultaat van de Noodoproep ad €2205 is daarin niet geheel terug te vinden. De donaties in het gehele jaar 2020 bedroegen in totaal €6615, een toename ten opzichte van de donaties in 2019 ad €5792 van slechts €823.
De moeders in Cusco zijn nog steeds verstoken van werk, dus van inkomsten. De kinderen volgen de lessen van de lagere school online. Zij maken goede vorderingen kreeg ik te horen. Moeder Alicia volgt nog steeds haar lessen middelbare school, ook online. Zij laat mij weten dat alle drie de moeders en hun vier kinderen in goede gezondheid verkeren. Maar op vaccinatie tegen Covid 19 zullen ze nog lang moeten wachten. De financiële bijdragen voor het schooljaar (studiegelden, leermiddelen, kleding, laptop, internet enz.) worden altijd in januari overgemaakt. Het zou geen kwaad kunnen ook nog wat over te kunnen maken in de loop van het jaar (als u begrijpt wat ik bedoel). De situatie zal voorlopig niet veranderen. Als gevolg van de corona komen er geen toeristen en kunnen de moeders sowieso niet naar het centrale park. Het einde van de tunnel is in Peru nog niet in zicht. Een bezoek van mij aan Cusco zit er voorlopig ook niet in.
Nepriza (Berastagi, Indonesië), de studente voor wie de stichting haar studie accountancy betaalt –collegegeld, kamerhuur, e.d.- is in haar derde jaar. Ook zij volgt haar lessen online. Zij krijgt mooie rapporten. Als het goed gaat zal zij haar studie in de loop van volgend jaar kunnen voltooien, waarna de bijdragen naar die kant beëindigd zullen worden en alleen de bijdragen naar Cusco nog zullen worden voortgezet.
Voor meer informatie, zie deze website.
Ik veroorloof mij te eindigen met het dringende verzoek aan u de stichting te blijven voorzien c.q. te gaan voorzien van uw zeer gewenste bijdragen.
Hartelijk gegroet,
Kees Koppenaal
Rotterdam, 8 augustus 2019.
Beste donateurs/vrienden en vriendinnen.
Zojuist is de jaarrekening 2018 gepresenteerd. Zoals u kunt zien zijn de inkomsten wat minder en de uitgaven wat hoger dan in 2017 maar dankzij het batig saldo van het jaar 2017 is ook het jaar 2018 met een positief saldo geëindigd. Gaarne zeg ik u namens de begunstigden van harte dank voor uw donaties. Ik hoop dat de stichting ook in de toekomst weer op uw bijdrage mag rekenen. Bij de bijdragen was ook een bedrag van E. 77,95, ontvangen van de Protestantse Gemeente te Eersel, de opbrengst van een voor La Boya gehouden kerkcollecte. Een mooi initiatief!
De situatie in Berastagi (Sumatra) is weinig veranderd (zie voorgaande berichtgeving). De vrouw die door de stichting in haar studie wordt gesteund volgt voor het tweede jaar haar studie accountancy aan de katholieke universiteit in Medan. Haar studieresultaten zijn uitstekend. Haar broer zou graag een pension willen beginnen in Berastagi om financieel onafhankelijk te kunnen worden, maar daarvoor ontbreken de financiële middelen, ook de stichting kan daarin niet voorzien. Het huis waarin hij nu woont met zijn vader een eindje buiten Berastagi is daarvoor volstrekt ongeschikt. Wel ontvangt hij af en toe zog. couchsurfers. Dat is gratis logies. Hij hoopt dan door wat service te verlenen toch wat te kunnen ontvangen. Maar meer dan wat vergoeding voor benzinekosten als hij ze op zijn motor rondrijdt zit er niet in. Het kleine stukje land dat hij met zijn vader bewerkt levert onvoldoende op om van te leven. De vader probeert zich nu als koelie te verhuren bij constructiewerken in de buurt maar is daarvoor al eigenlijk te oud.
Ook in Cusco is de situatie vrijwel hetzelfde gebleven als in het vorige bericht aangegeven. De vrouwen gaan nog dagelijks - 6 of 7 dagen per week - naar de Plaza de Armas, het plein in het centrum van de stad, om souvenirs e.d. aan toeristen te verkopen, een onzeker en armoedig bestaan. De kinderen doen het nog steeds goed op school. Zij gaan graag naar school en doen hun best, daar zorgen de moeders wel voor. Onze steun maakt het leven van deze moeders een heel klein beetje makkelijker maar zorgeloos is hun bestaan zeker niet. Ook de studie van Alicia op de zondagavondcursus voor het middelbare schooldiploma vordert gestaag maar wel met zeer veel moeite. Het zou haar niet kwalijk te nemen zijn als zij moest afhaken. De laptop is inmiddels volledig in gebruik bij de familie. Ik zou er graag nog eens heen gaan om de mensen persoonlijk te ontmoeten.
Hartelijke groet, Kees Koppenaal
Rotterdam, 2 december 2018
Beste vrienden en vriendinnen,
Tijd voor een update. Er zijn twee regio's van activiteiten van de stichting: Indonesië en Peru.
Indonesië. Plaats Berastagi, omgeving Medan. Het laatste bericht is van 26 februari 2018. Kort resumé: gezin vader, zoon, twee dochters. Moeder in 2016 overleden. Klein stukje land waar laatste jaren vrijwel niet geoogst kan worden wegens voortdurende asregens van nabijgelegen vulkaan en droogte. Als er al geoogst zou kunnen worden heeft dat vaak geen zin omdat de opbrengst op de markt zo laag is dat kosten van het oogsten niet daaruit betaald kunnen worden. Alle boeren brengen oogst gelijktijdig op de markt, vandaar. Er is geen organisatie, geen samenwerking, laat staan een coöperatie. Wageningen zou hier goed werk kunnen doen.
De zoon (1990) helpt z'n vader en probeert af en toe op z'n motor een toerist rond te leiden. Dat vindt hij leuk, maar hij mag blij zijn als hij daarvoor de onkosten vergoed krijgt. Backpackers zeggen nu eenmaal dat ze geen geld hebben. Hij doet dit op zijn 'nieuwe' tweedehands motor die hij mede met uw hulp heeft kunnen aanschaffen (zie brief 26-2-2018). Enige jaren geleden heeft hij geprobeerd illegaal in Maleisië te werken, maar werd ontdekt, met half jaar gevangenis als gevolg. Dit jaar probeerde hij aan de slag te komen in Zuid-Korea als werknemer op een sea farm waar abalone schelpen worden verwerkt. Zeven dagen per week, 12 uur per dag, voor een loon lager dan het gebruikelijke loon in Zuid Korea, maar wel inclusief eten en onderdak. Hij zou alleen niet hoeven werken bij zware storm of regen, maar kreeg dan geen loon uitbetaald. Hij dacht geld over te kunnen houden om naar huis te sturen. Maar hij kreeg geen visum.
De oudste zus (1998), die twee jaar geleden haar High Senior School afmaakte, werkt vijf dagen per week, twaalf uur per dag, in een bedrijf in Penang, Maleisië. Universiteit, wat zij gewild had, was geen optie, daarvoor was geen geld. Door overuren te maken slaagt zij er in net iets over te houden om naar huis te sturen. Maar als gevolg van oververmoeidheid kwam zij al wel een keer in het ziekenhuis terecht. Zij maakt het verder goed, speelt gitaar en zingt liedjes voor haar vriendinnen.
De tweede zus (2000) heeft dit jaar ook de High Senior School afgemaakt. Na veel vergeefse pogingen is zij er in geslaagd ingeschreven te worden bij een particuliere universiteit, de St. Thomas University in Medan. Bij staatsuniversiteiten kon zij niet terecht. Er is veel concurrentie en bij toelating speelt omkoping een belangrijke rol, als gevolg waarvan vooral kinderen van rijke ouders ingeschreven worden, vertelde zij. Particuliere universiteiten zijn veel duurder dan staatsuniversiteiten. Zij gaat accountancy studeren, daar staat vier jaar voor. Een studiebeurs zit er niet in. Behalve het collegegeld moeten de studenten ook aan de bouwkosten van de universiteit meebetalen. De stichting zal haar financieel steunen voor zover dat in haar vermogen ligt.
Peru. Zie mijn brief van 21 september 2017. Drie vrouwen vier kinderen: Alicia (1990) met dochter Judith (2010) en zoon Brayan (2014), Julia (1981) met dochter Lizbeth (2010) en Gladis (1995) met dochter Viki (2012). Alicia volgt naast haar werk als verkoopster van souvenirs aan toeristen in Cusco een middelbare schoolopleiding. De opleiding vindt plaats op zondagen, dan kan zij dus niet werken. Julia kan dan voor haar kinderen zorgen en kan dan dus ook niet werken, dus minder verdiensten. De opleiding duurt normaal zes jaar, de zondagopleiding doet er echter slechts drie jaar over. Dat betekent veel huiswerk. Alicia zit nu in de tweede klas en gaat hopelijk begin volgend jaar naar de derde klas. Nog twee kalenderjaren te gaan dan. Al met al een zwaar leven, maar ze is gemotiveerd. We hopen dat ze het volhoudt. Judith doet het heel goed op school, zij is de beste van de klas. Op de opleiding krijgt Alicia computerles en de stichting heeft haar een laptop gegeven, waar ook Judith en de anderen gebruik van kunnen maken. Internet moet nog aangelegd en de kosten daarvan alsmede die van het abonnement zullen door de stichting worden gedragen. Bij de aankoop van de laptop en het contact met Alicia heeft mijn in de vorige brief genoemde vriend in Cusco veel bijgedragen. Wij zijn hem daar zeer erkentelijk voor.
Beste mensen, de stichting en haar begunstigden zijn u zeer dankbaar voor uw bijdragen. We hopen ook in de toekomst blijvend een beroep op uw steun te kunnen doen.
Hartelijk gegroet,
Kees Koppenaal
Rotterdam, 28 februari 2018
Beste vrienden en vriendinnen,
Laatstelijk, bij brief van 21-9-17, stelde ik u op de hoogte van de gang van zaken in Cusco, Peru (zie website laboya.nl). Met deze brief wil ik u up-to-date brengen met de situatie in Berastagi, Indonesië. In de Voorgeschiedenis op de website ziet u hoe het contact met de familie daar nadat ik een beroerte had gekregen tot stand gekomen is. Het gezin, bestaande uit vader, zoon en twee dochters, waarvan er een inmiddels het huis uit is, leeft vnl. van de opbrengst van een klein stukje land. Die opbrengst is zeer onzeker als gevolg van weersomstandigheden en de veelvuldige asregens van de naburige vulkaan Sinabung, die de oogst vaak vernietigen. Maar dan, als er geoogst kan worden zijn de marktprijzen vaak zo laag dat de kosten - laat staan de arbeid - nauwelijks worden goedgemaakt. Het is een loterij, zei men mij. Onlangs, op 18 en 24 februari, zijn er weer grote uitbarstingen met spectaculaire asregens geweest met grote schade aan de lokale landbouw. Steun van overheidswege is er niet. Vervoermiddelen zijn voor het werk onmisbaar. Het gehucht waar de familie woont en werkt ligt 15 km. van de stad Berastagi. Van een auto kan natuurlijk geen sprake zijn. Wel heeft de zoon een motorfiets. Bij mijn bezoek in 2012 liep het ding al op zijn achterste wielen. Hij bracht me er toen mee, na mijn beroerte, naar de dokter en het ziekenhuis. Inmiddels heeft de motor het verschillende keren begeven en dient hoognodig te worden vervangen. Het inkomen van de stichting is te gering om, naast de andere uitgaven, ook hiervoor nog zorg te dragen.
Crowdsurfing! Nu vraag ik u voor die vervanging dringend om een bijdrage, hoe klein ook. Een goede tweedehands motorfiets kost 1000 euro. Rekeningnummer NL74ABNA0521114462. Dank daarvoor.
Om u een idee te geven van de levensomstandigheden: Als er gasten komen moeten die op de grond slapen, want matrassen zijn er niet. Voor de wc moet men naar buiten en ook voor douchen is men op een publieke doucheplaats, tussen muren in de open lucht, aangewezen. Kinderen kijken giechelend over de muur als een blanke westerling een koude douche neemt. Een van de twee zussen heeft vorig jaar de High Senior School met succes afgerond. Zij (19) heeft nu via een tussenpersoon in Medan een baan in Penang, Maleisië. Voor een zeer laag loon, waarvan ze ook nog een deel aan die tussenpersoon moet afdragen, werkt ze daar 12 uur per dag 5 dagen in de week in een elektronicafabriek. In (de buurt van) Medan kon zij met haar middelbare school geen werk vinden. Zij heeft vanwege oververmoeidheid al een paar dagen in het ziekenhuis moeten doorbrengen. Zij maakt zulke lange dagen omdat zij in ieder geval geld wil overhouden om haar familie te kunnen ondersteunen. Het geld dat de stichting overmaakt is daarvoor helaas onvoldoende. Natuurlijk hebben we haar geadviseerd toch ook voor haar eigen gezondheid te zorgen. De andere zus (17) hoopt in juli de High Senior School af te maken. Daarna zou ze graag naar de universiteit gaan om Engels te studeren. De gedachte is dat ze daarmee de meeste kans op een baan zal hebben. Een beurs voor die studie zit er helaas in Indonesië niet in. Daarvoor zou ze in ieder geval moslim moeten zijn en connecties moeten hebben, werd me gezegd. De familie is christelijk. De verdeling christelijk/moslim zou in de regio 50/50 zijn. De kans op een buitenlandse beurs lijkt me ook niet groot. Zij is nogal timide en spreekt het Engels nog maar gebrekkig. Voor suggesties houd ik me aanbevolen. De zoon (28) zou er alles voor over hebben om in het buitenland (Nederland) te kunnen werken om daarmee voor zijn vader en zussen te kunnen zorgen. Een keer heeft hij het geprobeerd in Maleisië. Hij werd betrapt en heeft een half jaar gevangen gezeten. Ook hier: ziet iemand een niet-illegale mogelijkheid?
Kees Koppenaal 26-2-2018
La Boya, brief 11 mei 2017
Beste vrienden en vriendinnen,
Zo nu en dan ga ik op reis naar een ver land. Omstandigheden die ik onder meer aantrof in Berstagi (Noord-Sumatra) en in Cusco (Peru) gaven mij aanleiding financiële hulp te verlenen om kinderen naar school te kunnen laten gaan. Om deze hulp te kunnen continueren en mogelijk uit te breiden heb ik de stichting La Boya (Spaans voor De Boei) opgericht. Zie www.laboya.nl of www.stichtinglaboya.nl.
Ik ben van plan dit jaar Cusco opnieuw te bezoeken (uiteraard op eigen kosten). Ik zal daar de moeder en de kinderen die ik help ontmoeten en ook een bezoek brengen aan de school waar de kinderen naar toe gaan. Ik heb er vorige keren meer moeders ontmoet die het zwaar hebben en die ik ook graag zou willen ondersteunen, zodat hun kinderen naar school kunnen gaan. Een doel van mijn bezoek is dan ook na te gaan of ik de hulpverlening kan uitbreiden. Ik heb in Cusco contact met een Nederlander, die er al jaren woont en met een Peruaanse getrouwd is, daar ook jonge kinderen op school heeft en zeer goed op de hoogte is van de plaatselijke omstandigheden. Hij heeft zijn medewerking toegezegd. Een reis naar Berastagi ligt ook in het verschiet. Ik krijg regelmatig verslag van de resultaten op school.
Het geld dat (hopelijk) binnenkomt gaat rechtstreeks naar de doelen waarvoor het is bestemd. Er is geen strijkstok. Kosten, uitgezonderd overschrijvingskosten, zijn er (vrijwel) niet. Reis- en verblijfkosten zijn voor persoonlijke rekening.
Mag ik u verzoeken de website www.laboya.nl ook onder de aandacht van anderen te brengen?
Ik zou het waarderen indien u op de daarvoor aangewezen wijze blijk geeft deze brief gelezen te hebben.
Rotterdam, 21 september 2017
Beste vrienden en vriendinnen,
Op 12 mei jl. schreef ik u over de door mij opgerichte Stichting La Boya, die ten doel heeft kansarme kinderen naar school te kunnen laten gaan en hun en hun moeders enige verlichting te brengen in hun bestaan (zie de website). In deze brief bepaal ik me tot moeders en kinderen die wonen in Cusco, Peru. De afgelopen maand heb ik een bezoek gebracht aan Cusco om me op de hoogte te stellen van de situatie aldaar en na te gaan of de hulp effectief is en eventueel kan worden uitgebreid.
In Peru bestaat geen sociale opvang of ondersteuning van staatswege. Mensen die geen werk hebben en geen geld om te kunnen leven zoeken en krijgen meestal steun van familieleden. Familie is het sociale netwerk. De vrouwen die op het centrale plein van Cusco, de Plaza de Armas, proberen in hun levensonderhoud te voorzien door de verkoop aan toeristen van - vaak zelfgemaakte - producten, zoals truien, mutsen, wanten van angorawol, tasjes, sleutelhangers e.d., komen veelal uit kleine dorpen in de bergen in de omgeving van Cusco. Zij hebben echter geen familie in de stad. Om verschillende redenen hebben zij hun geboortegrond (moeten) verlaten. De vrouw die ik als eerste enige jaren geleden op de Plaza ontmoette vertelde me dat zij door haar ouders bij haar grootouders was ondergebracht. Wegens het grote aantal kinderen konden haar ouders niet zelf voor haar zorgen. Bij haar grootouders had ze het goed en kon ze naar school. Ze was gevorderd tot de tweede klas van de middelbare school toen haar grootouders overleden. Toen was er geen geld meer voor de school en moest ze die verlaten. Ze kreeg een vriend en met hem twee kinderen. Die vriend verliet haar, waarna ze alleen stond. Bij haar familie kon ze niet terecht. Zij is toen naar de stad vertrokken en daar begonnen met het verkopen van sleutelhangers aan toeristen. De stad is in zulke omstandigheden de enige uitweg, maar heeft als voordeel dat de mogelijkheden daar groter zijn. Voor veel vrouwen is ook de hoop op een betere toekomst voor de kinderen een reden om naar de stad te vertrekken.
In Peru is leerplicht en de openbare scholen zijn gratis. Dat wil niet zeggen dat alle kinderen naar school gaan. De vrouwen in de Plaza zorgen er in het algemeen goed voor dat hun kinderen naar school gaan, maar de kosten van leermiddelen, kleding, voeding enz. moeten ze natuurlijk wel kunnen opbrengen. De bovengenoemde vrouw staat zeven dagen per week op de Plaza. 's Morgens brengt ze haar kinderen naar school. Om 13.00 uur, als de school uitgaat, haalt ze de kinderen weer op, eet met ze en gaat weer met ze naar de Plaza. Het woon- en ook het schooladres is een half uur rijden met de 'collectivo' van de Plaza verwijderd. De huurprijs van kamers nabij het centrum is veel te hoog voor de vrouwen. Ik heb de school bezocht en met de leiding gesproken en de indruk die ik kreeg was beter dan ik verwacht had.
In het gesprek met de vrouw bleek dat ze haar middelbare school - die wel op veel lager peil staat dan de middelbare school in ons land - alsnog kan afmaken, maar dan moet ze wel weer van voren af aan beginnen. Daartoe moet ze op de zondagen lessen volgen en op de andere dagen huiswerk maken. Ze zou dat heel graag doen. De kosten vallen mee en de stichting heeft zich bereid verklaard die voor haar te betalen. Ze kan de zondag dus niet naar de Plaza. Ze is 26 en woont met haar twee kinderen (3 en 6) samen met een andere verkoopster (36) met een kind (7) op één kamer. Deze vrouw kan op de zondagen voor haar twee kinderen zorgen, maar dan dus ook niet naar de Plaza. De stichting heeft besloten die andere vrouw plus nog een familielid (22) met een kind van 5 (haar man is door een ongeluk om het leven gekomen) in het hulpprogramma op te nemen, uiteraard afhankelijk van de inkomsten van de stichting.
De verkoop op de Plaza is in feite verboden, maar de politie kneep doorgaans een oogje dicht. Door het handhaven van het verbod zouden de vrouwen immers in een onmogelijke situatie terecht komen. Sinds kort echter wordt er strenger opgetreden en worden de vrouwen wat verder uit het centrum verbannen, waar minder toeristen komen en de opbrengsten dus ook minder zijn.
Tijdens mijn reis en bezoeken heb ik zeer veel steun gehad van de Nederlander genoemd in mijn brief van 11 mei en van een Nederlandse vriend die met mij mee reisde en zeer goed Spaans spreekt, die voornamelijk de gesprekken voor mij voerden. Uiteraard werden alle reis- en verblijfkosten buiten bezwaar van La Boya's schatkist door mijzelf gedragen. Over de familie in Berastagi, Indonesië, hoop ik een volgende keer, wellicht na een reis daarheen, meer te vertellen.
Het werk van de stichting is geheel afhankelijk van giften. Graag zie ik dan ook uw bijdrage voor de goede doelen tegemoet. De stichting heeft de ANBI-status en giften zijn dus, onder omstandigheden, aftrekbaar voor de belastingen.